Advies 110: Rapport Onderzoeksbeleidsplannen Universiteiten 2007-2011

Op vraag van minister Frank Vandenbroucke boog de VRWB zich over bovenvermeld rapport van de regeringscommissarissen. Het advies bouwt voort op de conclusies ervan, maar schuift een paar accenten naar voor die prioritaire aandacht vragen. De VRWB is het eens dat de onderzoeksbeleidsplannen ruimer moeten worden opgevat dan enkel de BOF-middelen. De onduidelijke formulering van art. 7 uit het BOF-besluit die hiervan aan de basis ligt, moet veranderen. Ook moeten de universiteiten, naast de individuele plannen, streven naar een gezamenlijk strategisch document dat de globale visie voor de komende jaren uitstippelt. De Raad vindt wél dat nu onterecht de indruk wordt gewekt dat universiteiten géén strategische keuzes (durven) maken. Anderzijds impliceert het engagement dat de instellingen in deze plannen aangaan, voldoende budgettaire garanties op langere termijn. De Raad ondersteunt ook het pleidooi voor een betere en flexibele uitbouw van een academische carrière. Vooral de chronische onderomkadering blijft een knelpunt. Een substantieel groeipad voor het vaste kader is aan de orde. Daarbij mag men niet enkel focussen op de werkingsmiddelen, ook alternatieve, creatieve manieren moeten worden overwogen. Ook een remediëring voor de beperkte globale ondersteuning voor de Vlaamse universiteiten is wenselijk, waarvoor verschillende pistes mogelijk zijn.