Ga verder naar de inhoud

Advies 117: Taalregelgeving in het Hoger Onderwijs

VRWB • 14 maart 2008

Samenvatting

Mede namens haar collega Frank Vandenbroucke vroeg minister Patricia Ceysens de VRWB een gemotiveerd advies uit te brengen over 'het al dan niet behouden van de decretale wetgeving rond het taalgebruik in het hoger onderwijs'. De VRWB vindt een volledige afschaffing van het taaldecreet te weinig genuanceerd, maar is wel voorstander van een versoepeling van de taalregelgeving op masterniveau, met een beperkt aantal regels. De hoger onderwijsinstellingen krijgen hierdoor meer armslag in de keuzes die ze maken, maar worden tegelijk geresponsabiliseerd: elke alternatieve keuze t.o.v. het Nederlands als onderwijstaal moet gebeuren op basis van functionaliteit, een aantoonbare behoefte en vanuit de meerwaarde voor het afnemende veld. En er moet door de instellingen een taalbeleid worden uitgewerkt. Eén parallelle Nederlandstalige opleiding in Vlaanderen, eventueel via samenwerking en taakverdeling tussen de instellingen, zou echter moeten volstaan. Maar anderstalig onderwijs mag onder geen beding de drempel tot deelname aan het hoger onderwijs verhogen en potentiële Nederlandstalige studenten afstoten. Studenten moeten ook het recht behouden om over een opleidingsonderdeel, waarin een andere onderwijstaal dan het Nederlands werd gebruikt, examen in het Nederlands af te leggen. Op het niveau van bachelor is een wijziging van de taalregelgeving geen prioriteit. Maar om eerder organisatorische redenen, wordt hier een minimale versoepeling voorgesteld waarbij de huidige beperking van 18 studiepunten wordt uitgebreid tot 30 studiepunten om ook voor anderstalige studenten een volledig semester te kunnen inrichten.