Ga verder naar de inhoud

Samenvatting

Begin juni 2008 publiceerde het Vlaams Vredesinstituut een literatuurstudie over de "Economische impact van militaire O&O". De onderzoekers maakten een vergelijking tussen landen waar militaire O&O wordt gesteund, en kwamen tot de conclusie "dat militaire O&O geen belangrijke factor is van economische groei". In het verleden pleitte de VRWB regelmatig voor het 'versoepelen van dual use' met het oog op het verhogen van de innovatieve slagkracht van Vlaanderen. Recent gebeurde dit nog in Studiereeks 18 rond innovatieprioriteiten in Vlaanderen. In het licht van de bovermelde studie vroeg Minister Patricia Ceyssens daarom of de VRWB "bij zijn aanbeveling blijft." De VRWB blijft niet alleen bij zijn aanbeveling, maar maakt deze ook preciezer. Voor vele hedendaagse technologische ontwikkelingen is het onderscheid tussen civiel en militair immers heel moeilijk te maken. Hedendaagse civiele technologie is zo geavanceerd dat de klasse van technologieën die echt niet in aanmerking (kan) komen voor militaire toepassingen, erg klein is geworden. Met andere woorden, meer en meer technologieën zijn ''dual use, en minder en minder enkel civiel of enkel militair. Daarom adviseert de VRWB om inhoudelijk terug te grijpen naar de richtlijn Van den Brande uit 1994 in plaats van naar de gelijknamige richtlijn uit 1999. Die eerdere richtlijn komt veel beter tegemoet aan bovenstaande bekommernissen, en waarborgt tegelijkertijd perfect het aanhouden van de vredesdoelstellingen. Deze richtlijn laat onder geen beding steun toe aan offensieve militaire technologie. Wel vraagt de VRWB om de richtlijn uit 1994 beter te omschrijven en juridisch te verfijnen, met als doel het verkleinen van het aantal twijfelgevallen.