Ga verder naar de inhoud

Advies 123: Wijzing van het BOF-besluit

VRWB • 25 september 2008

Samenvatting

Op vraag van de ministers Ceysens en Vandenbroucke boog de VRWB zich over het voorontwerp van besluit voor een wijziging van het 'BOF-besluit'. Hierin worden onder meer de parameters van de verdeelsleutel van het BOF-budget verfijnd en worden een aantal bepalingen rond het Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand (VABB) vastgelegd. Een belangrijk onderdeel van het ontwerpbesluit betreft ook de invoering van tenuretrackmandaten. De VRWB vindt dit voorontwerp van besluit, dat tot stand kwam na een lang voorbereidingstraject en in nauw overleg met de VLIR, zeker een stap in de goede richting. Daarnaast meent de Raad in zijn advies toch een paar voorstellen tot verbetering te kunnen maken. Ze hebben vooral betrekking op het tenuretrackstelsel. Zo vindt de Raad de absolute verplichting om élke BOF-ZAP'er na tien jaar over te hevelen te streng. Dit legt niet alleen een grote druk op de werkingsmiddelen, maar fnuikt ook die mensen met een uitgesproken onderzoeksprofiel die op het toppunt staan van hun creativiteit en succesvol zijn in hun domein. Daarom wordt gevraagd dat minstens een uitdovend systeem op langere termijn wordt uitgewerkt, om mandaathouders de mogelijkheid te bieden langer dan tien jaar in het BOF-ZAP-kader te blijven. Dit zou ook voor Odysseus-mandaten een goede zaak zijn. Verder lijkt het ook aangewezen om de criteria voor dze aanstellingsomvang in het ontwerpbesluit in lijn te brengen met de criteria van het onderwijsdecreet XVIII (een minimum aanstelling van 50% op het BOF). "Een voltijdse academische opdracht voor deze postdoconderzoekers die zich in een cruciale periode van hun loopbaan bevinden, is wel een noodzaak", onderstreept de VRWB. De Raad vindt ook dat het peerreviewproces, waarbij een publicatie in het VABB-SHW kan worden opgenomen, aantoonbaar moet zijn. Tot slot vraagt de VRWB dat erop wordt toegezien dat bij de opsomming 'bijzonder academisch' personeel (art. 4) geen categorieën worden uitgesloten en dat de tenuretrackmandaten genderneutraal zijn. Als voorbeeld wordt hierbij naar de modaliteiten bij het FWO verwezen. Dit VRWB-advies werd in bijna alle punten (behalve voor wat de aanstellingsomvang betreft) opgevolgd en gaf aanleiding tot een aantal aanpassingen aan het ontwerpbesluit.