Ga verder naar de inhoud

Advies 140: Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

VRWI • 23 september 2010

Samenvatting

De VRWI vindt het bijzonder positief dat met de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (VSDO) een langetermijnvisie voor 2050 wordt uitgetekend. Het is een ambitieus en waardevol plan met heel veel goede elementen. Daartegenover staat dat de VSDO zeer algemeen is en de doelstellingen soms vaag en weinig concreet uitgewerkt. Er ontbreekt bovendien een financieel kader om de ambities tot stand te brengen. De VRWI staat achter de integrale aanpak van duurzaamheid zoals voorgesteld in de VSDO om op basis van systeeminnovatie en maatschappelijke transities duurzame langetermijnveranderingen te bewerkstelligen. Daarom vraagt de VRWI ook een grondige reflectie over de inclusiviteit van het concept duurzaamheid en de coherentie en impact ervan tussen de verschillende systemen (e.g. energiesysteem, mobiliteitssysteem ...). Om een grotere transitiecapaciteit te creëren vindt de VRWI bovendien dat duidelijke keuzes dienen gemaakt te worden waarbij de VSDO zich waar mogelijk en toepasbaar richt op de prioriteiten wat betreft innovatie in Vlaanderen (e.g. VRWI-clusters en hun 10 innovatiespeerpunten, ViA, Pact2020 ...). Zowel voor de industrie en de kennisinstellingen enerzijds als voor de maatschappelijke uitdagingen anderzijds betekent dit immers een versterking en win-win situatie. Ter ondersteuning van de noodzakelijke transities vraagt de VRWI bovendien meer aandacht voor de rol van wetenschap en innovatie, informatie, onderwijs en opleidingen over duurzame ontwikkeling. Om de noodzakelijke transitieprocessen van duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen vindt de VRWI een nieuwe vorm van besturen (cf. governance beyond 'government') cruciaal, waarbij de participatie van relevante actoren centraal staat. De VRWI begrijpt dan ook niet dat de rol van de Strategische adviesraden (SARs), nét de instrumenten voor participatie en consultatie, ontbreekt in de VSDO. Ten slotte vindt de VRWI dat er naast een diensteneconomie ook voldoende aandacht moet zijn voor een producteneconomie om onze toekomstige welvaart te garanderen.