Ga verder naar de inhoud

Advies 73: Beleidsplan 2001-2005 van het FWO-Vlaanderen

VRWB • 8 maart 2001

Samenvatting

Op vraag van minister Marleen Vanderpoorten formuleerde de VRWB een advies bij het nieuwe beleidsplan dat het FWO-Vlaanderen op 21 november 2000 publiceerde. De VRWB vindt het nieuwe beleidsplan veelbelovend, maar plaatst kritische bedenkingen. Positief aan het FWO-beleidsplan vindt de VRWB het voorstel voor de uitbouw van een afzonderlijke kredietlijn - met extra middelen - voor middelgrote apparatuur. De Raad is ook gewonnen voor de voorgestelde concentratie rond 'eenheidsoverschrijdende' apparatuur, omkaderd door uiteenlopende onderzoeksploegen. Ook de mogelijkheid van samenwerken tussen universitaire en andere wetenschappelijke onderzoeksinstellingen onderschrijft de VRWB, die principieel voorstander is van een open toegang. Toch waarschuwt de Raad voor te grote concentratie van overheidsmiddelen en monopolisering door grote onderzoeksgroepen. Het toenemend belang van internationale samenwerking mag volgens de VRWB niet ten koste gaan van de normale FWO-werking. De Raad stelt voor een gedeelte van de 4% van de FWO-toelage, bestemd voor prioriteiten van de Vlaamse overheid, hiervoor te reserveren. De Raad vindt ook dat er teveel eenrichtingsverkeer is naar specifieke voorkeurlanden en dat buitenlandse studieverblijven niet voldoende gewaardeerd worden. Voorts pleit de VRWB voor 'zachte' sturing van het wetenschappelijk onderzoek: toewijzing van FWO-geld moet binnen een bepaald referentiekader gebeuren. Daarnaast pleit de Raad voor een systematische analyse en discussie m.b.t. de spreiding van de FWO-kredieten over de grote onderzoeksgebieden. De Raad blijft ook bezorgd over de ondervertegenwoordiging van de cultuur-, gedrags- en maatschappijwetenschappen en zal dit nader onderzoeken. Omdat de toelagen voor de onderzoeksprojecten, die niet kunnen rekenen op parallelle financiering, vaak ontoereikend zijn, is volgens de Raad versterking van FWO-middelen broodnodig. Overigens vindt de Raad een strikte scheiding naar doelstelling tussen FWO- en BOF-gelden niet noodzakelijk. Een andere zorg is de zeer geringe doorstroming naar een doctoraat in de maatschappijwetenschappen en de vrees voor een blokkering van carrières in een aantal disciplines in exacte, medische en cultuur- en taalwetenschappen. Verder dringt de VRWB erop aan dat in de Gebiedsraden de verschillende disciplines en instellingen zouden aanwezig zijn. En tot slot is de VRWB helemaal akkoord dat mandaathouders een 'basiswerkingskrediet' ontvangen naar het voorbeeld van het IWT.