Ga verder naar de inhoud

Advies 96: Beleidsbrief 2006 ‘Wetenschap en Innovatie’

VRWB • 24 februari 2006

Samenvatting

De beleidsbrief 2006 'Wetenschap en Innovatie' wordt positief onthaald. De actiepunten liggen in de lijn van wat de Raad als belangrijke thema's naar voor schuift en steunen op een groeipad, dat kadert in het Innovatiepact en het streven naar de 3%-norm voor O&O. Het grote aantal initiatieven in verhouding tot de beschikbare middelen verontrust de VRWB enigszins. Bovendien zijn heel wat overheidsacties (nog) niet voldoende bekend of overzichtelijk voor de buitenwereld en de gebruiker. De VRWB verwelkomt de stijging van de structurele publieke middelen voor W&I, maar vraagt de ingezette inhaaloperatie verder te versterken. Er is begrip voor de huidige budgettaire beperkingen, maar extra inkomsten in de komende jaren moeten prioritair worden ingezet voor het invullen van de beloften i.v.m. het Innovatiepact. De Raad blijft pleiten voor een evenwichtige verdeling van de middelen. Ook de toewijzing van de middelen aan de verschillende deelposten is bepalend voor een al dan niet evenwichtige invulling van de matrix van onderzoeksfinanciering. Meer algemeen stelt de VRWB dat de 'rubrieken', die bij de begrotingsopmaak W&I worden gehanteerd, aan bijstelling toe zijn. Hier kan een taak zijn weggelegd voor de Strategische Adviesraad. Er is inderdaad nood aan een hoger aantal onderzoekers, maar dit moet volgens een realistisch groeipad gebeuren. Ondanks de stijging van de middelen dalen de slaagkansen voor FWO post-docs, omdat het aantal aanvragen voor deze categorie een stijgende trend kent. Er zijn nog steeds zeer goede kandidaten die, louter omwille van budgettaire redenen, geen postdoctoraal mandaat kunnen verkrijgen. Daarom moet er tegelijk ook meer aandacht zijn voor het vervolgtraject en voor de volledige carrière van de onderzoeker. De VRWB staat positief tegenover specifieke acties die excellent onderzoek ondersteunen. De middelen die hiervoor geoormerkt worden maken een belangrijk deel uit van de bijkomende middelen voor het grensverleggend onderzoek. De vrije middelen voor niet-gericht onderzoek (FWO en BOF) stagneren daarentegen. Het groeipad van de financiële middelen dat voor het IOF in het vooruitzicht werd gesteld, wordt niet bestendigd. Het lijkt aangewezen dat een gebalanceerde verhoging van de middelen voor industriële O&O-projecten binnen de globale stijging van O&O-middelen wordt vooropgesteld. De Raad is ervan overtuigd dat de hogescholen een belangrijke rol kunnen spelen in de innovatieketen en daarom hun plaats moeten krijgen binnen het toepassingsgericht onderzoek.