Ga verder naar de inhoud

Commentaar 5: EU-conferentie over grote apparatuur - Straatsburg, 18 - 20 september 2000. Ter voorbereiding van het Vlaams standpunt

VRWB • 29 juni 2000

Samenvatting

Omdat Vlaanderen een kleine regio is, maar toch de EU-boot niet mag missen, vond de VRWB het nodig om een aantal aanbevelingen te formuleren ter voorbereiding van een Vlaams standpunt voor deze conferentie. In de eerste plaats wijst de VRWB op de specifieke situatie van het wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen vergeleken met de andere Europese landen. Hier gebeurt dat vooral aan de universiteiten. In het buitenland nemen vooral de grote instellingen het onderzoek voor hun rekening. En dat heeft zo zijn weerslag op de aanwezigheid en de financiering van onderzoeksapparatuur. De term grote infrastructuur mag niet verengd worden tot het genre faciliteiten zoals CERN, maar houdt veel meer in. Ook investeringen in collecties en databanken zouden daarom als evenwaardig aan investeringen in "klassieke" apparatuur moeten beschouwd worden. In haar commentaar onderscheidt de VRWB drie niveaus: kleine, middelgrote en grote apparatuur. Aangezien de kleine apparatuur binnen de autonomie van elke universiteit valt, rijzen hier in de regel geen problemen. Dat is echter wel het geval bij de middelgrote apparatuur. De financiering ervan komt vooral op rekening van de tweede geldstroom (FWO, IUAP, ...). De onderhoudskosten zijn dan voor de eerste geldstroom of het BOF. De VRWB herhaalt zijn pleidooi voor een aparte budgetlijn voor infrastructuur naar het voorbeeld van het Nederlandse NWO. Dit impliceert echter politiekwetenschappelijke keuzes. De VRWB wil het debat hieromtrent op gang brengen. Met slechts één door de EU erkend en financieel ondersteund groot onderzoeksapparaat (het cyclotron van Louvain la Neuve) loopt België ver achter op de andere Europese landen (in totaal 116 grootschalige apparaten waarvan Nederland er twaalf heeft!). Ook vindt de VRWB dat de Vlaamse onderzoekers te weinig de mogelijkheden benutten voor toegang tot de grote infrastructuur die in het kader van de Europese onderzoeksprogramma's worden geboden. AWI en IWT zouden dit moeten aanzwengelen. Maar het is vooral de onderzoekswereld zelf die moet aangezet worden tot meer initiatief om hun belangen te behartigen bij de Europese commissie en de administratie.