Ga verder naar de inhoud

Studiereeks 1: Het ontwikkelen van een deflator voor O&O-uitgaven

VRWB • 15 april 2001

Samenvatting

In zijn begrotingsadviezen wees de VRWB er meermaals op dat de evolutie van de begroting voor wetenschaps- en technologiebeleid niet noodzakelijk een goede indicator is voor de evolutie van de reële mogelijkheden tot onderzoek. De kredieten die de overheid jaarlijks uittrekt voor onderzoek volgen immers de algemene evolutie van het prijzenpeil. De zeer specifieke kenmerken van de onderzoeksuitgaven (hoog geschoold personeel en gespecialiseerde apparatuur) laten vermoeden dat een algemene prijsdeflator (BNP-deflator of consumptieprijsindex) wellicht geen goede indicator is om de reële evolutie van de onderzoeksuitgaven weer te geven. De VRWB gaf daarom opdracht tot een onderzoek naar het ontwikkelen van een prijsdeflator voor O&O-uitgaven. Een deflator of prijsindex kan worden gedefinieerd als de kost om een bepaalde goederenkorf aan te kopen in het huidige jaar, gedeeld door de kost om diezelfde goederenkorf aan te kopen in het basisjaar. Een specifieke O&O-deflator moet toelaten een beter inzicht te krijgen in de reële bestedingsmogelijkheden verbonden aan de evolutie van de nominale O&O-uitgaven. In de eerste fase van het onderzoek werd een basismethodologie uitgewerkt voor de ontwikkeling van een prijsdeflator voor O&O-uitgaven en het verzamelen van relevante cijfergegevens. Dat resulteerde in een aantal deflatoren voor de verschillende categorieën van onderzoek (niet-gericht onderzoek aan de universiteiten, gericht onderzoek aan de universiteiten, in onderzoeksinstellingen en in bedrijven). Die deflatoren werden tot slot toegepast op de tijdsreeksen in de begrotingstabellen.