Ga verder naar de inhoud

Interview An Steegen

Is Vlaanderen goed bezig op vlak van innovatie of niet? Techbedrijf Barco zet wereldwijd de toon met displaytechnologie, maar kampt net als andere techbedrijven met een uitdaging. “We vinden te weinig goede mensen", zegt An Steegen, co-CEO van Barco.

Vlaamse techreus én talentontwikkelaar: Barco zoekt voortdurend nieuwe mensen

Met meer dan 3.200 werknemers wereldwijd en zo’n vijftien sites van Kortrijk over de VS tot China mag je Barco gerust een techreus noemen. Een derde van de werknemers werkt op R&D, constant zoekend naar nieuwe technologieën en toepassingen. Maar evident is dat niet, want er staan voortdurend vacatures open.

STEM vroeger stimuleren

The war on talent is dus ook bij jullie aan de orde?
“Absoluut. We vinden te weinig goede mensen. Enerzijds omdat we de lat heel hoog leggen, maar anderzijds omdat er gewoon te weinig mensen zijn die een STEM-opleiding hebben. Dat is nu al een uitdaging en dat zal in de toekomst een nog groter probleem worden. Als je ziet aan welk tempo we aan het innoveren zijn, dan hebben we gewoon veel mensen nodig om dat draaiende te blijven houden. De STEM-uitstroom van het onderwijs moet hoger. Veel hoger.”

Hoe komt het dat die instroom nu zo laag ligt?
“Dat is een complexe vraag. Als je kijkt naar landen zoals China en India, zie je veel meer leerlingen die ingenieurswetenschappen studeren. Zij willen vooruit, zij willen hun economie en hun land vooruit helpen en kiezen bewuster voor wetenschappen. Wij leven hier in een welvarende regio, dus lijkt de nood minder hoog. Daardoor beseffen jongeren misschien minder dat het van hen afhangt in de toekomst om het op te lossen.”

Wat kunnen beleidsmakers doen om STEM te stimuleren?
“Meer investeren in de richtingen en het aantrekkelijker maken om in te stappen. Breng kinderen al snel in contact met wetenschap, op een toegankelijke manier. Zodra ze voelen wat ze ermee kunnen doen, kan de interesse beginnen groeien. Dat zou overal de regel moeten zijn: meer praktijk zodat je snapt wat en waarom je iets doet. Ik hoor van studenten dat ze vaak pas in het laatste jaar van hun master praktijkgerichte vakken krijgen en dus dan pas ontdekken wat ze echt leuk vinden en wat minder leuk. Wat als je dan pas beseft dat de richting eigenlijk niets voor jou is? De praktijk moet vroeger komen om te leren wat je wel en niet ligt. Dat geldt ook voor STEM-opleidingen.”

Meer mensen in STEM-opleidingen, is dat voldoende?
“Neen, het is niet omdat je ooit een opleiding hebt gevolgd dat de kous daarmee af is. Iedereen moet blijven bijleren en dat geldt niet alleen voor STEM. Ik vind dat mensen dynamischer moeten zijn en durven de stap te zetten naar bijscholing. Nu studeren ze iets en dan volgen ze voor de rest van hun leven geen opleidingen meer. Dat werkt niet meer. De wereld verandert zo snel, je moet mee. Amerikanen doen dat bijvoorbeeld veel sneller: daar gaan mensen vaak nog op hun veertigste opnieuw studeren. Je moet voor blijven op de concurrenten, dus moet je voortdurend blijven bijleren.”

Internationaal toptalent aantrekken

Een betere instroom uit STEM-richtingen kan helpen in de toekomst. Maar waar zoeken jullie nu mensen?
“Dat is tweevoudig. Wij kijken naar jong talent bij de universiteiten in ons land, maar voor de senior profielen zoeken we ook vaak in het buitenland. Die zijn moeilijker te vinden. Enerzijds omdat er niet genoeg zijn, anderzijds omdat je ze moet kunnen overtuigen om naar Vlaanderen te komen. Dat ligt moeilijk.”

Is Vlaanderen niet aantrekkelijk genoeg?
“Internationale toptalenten zijn vaak op zoek naar uitdagingen, dus die moet je hen kunnen bieden. In een ideale wereld bied je mensen de voordelen van werken voor een groot bedrijf, zoals stabiliteit en middelen, maar met een startup-cultuur waar flexibiliteit en creativiteit hoog in het vaandel worden gedragen. Dat zit in Vlaanderen nog te weinig ingebakken in de bedrijfscultuur. Daarnaast moet je hen natuurlijk ook een financieel aantrekkelijk aanbod kunnen doen. Dat is niet altijd evident, want wij kunnen niet hetzelfde loonpakket bieden als de bedrijven in Silicon Valley. Dan zie je talent vaak naar het buitenland trekken.”

Was dat vroeger anders?
“Ja en neen. Toen ik doctoreerde heerste de overtuiging dat als je het verschil wilde maken, je geen andere keuze had dan naar de VS te trekken. Dat is nu anders: nu kan je ook in Vlaanderen straffe dingen bereiken en bij de top van de wereld horen. Maar de grote bedrijven (en het grote geld) zitten nog steeds in de VS.”

Wat doe je daaraan? Vlaanderen zal altijd een kleinere regio blijven.
“Dat is zo, maar kennis is het grootste exportproduct in Vlaanderen. We hebben veel techbedrijven die bij de top van de wereld horen en veel start-ups die heel straffe dingen maken. Daar moet nog meer op ingezet worden en dus middelen voor vrijgemaakt worden.”

Start-ups selectief steunen

De middelen zijn natuurlijk niet eindeloos.
“Uiteraard kan je niet alles tegelijkertijd doen, maar dan moet je focus leggen. Beleidsmakers zouden per sector moeten kijken welke projecten en start-ups in het verlengde liggen van wat grote Vlaamse techbedrijven al doen. Die grote bedrijven hebben hun netwerk, middelen en kennis en kunnen start-ups, samen met de steun van de overheid, snel doen groeien. Op die manier creëer je hubs rond de grote, bestaande technologiebedrijven.”

Moeten bedrijven dat zelf niet doen?
“We doen dat deels zelf al, maar er zijn meer middelen nodig. In de Verenigde Staten zijn techbedrijven vaak zo gigantisch groot en hebben ze ook een navenant budget om zelf in te zetten op start-ups. Stel dat zij honderd miljard euro omzet draaien en net als wij elf procent van hun omzet investeren in start-ups, is dat nog steeds een aanzienlijk bedrag. Bij ons ligt de omzet niet zo hoog als bij die techreuzen, dus moet de overheid bijpassen.”

Wat is het voordeel?
“Bedrijven kunnen die start-ups later ook helpen om op te schalen. Wij hebben de contacten, de middelen, de kennis en de infrastructuur om die naar een hoger niveau te tillen. Als je bijvoorbeeld naar de maakindustrie kijkt, zie je meteen waar de uitdaging ligt. Vaak hebben zij prototypes nodig voor ze kunnen opschalen, maar die zijn bijzonder duur. Wij kunnen daarbij helpen. Zo maak je elkaar beter.”

De aanbevelingen van VARIO

Vlaanderen is innovatieleider in Europa. Een resultaat waar we terecht fier mogen over zijn, maar dat ons ook voor nieuwe uitdagingen plaatst. Het interview met An Steegen, co-CEO van BARCO, vormt een aanknopingspunt met enkele belangrijke kernboodschappen uit het VARIO-Memorandum:

VARIO wil de knelpunten rond innovatietalent aangepakt zien.

  • Ondanks de groeiende ‘sense of urgency’ blijven we de rode lantaarn in het aandeel van de STEM-diploma’s binnen de diploma’s hoger onderwijs. De huidige STEM-Agenda 2030 is voor VARIO niet ambitieus genoeg en schiet tekort qua harde doelen. Voor de ontwikkeling van O&O-activiteiten en de absorptie ervan, en voor de verdere uitbouw van een kenniseconomie in ruimere zin, is een stevige basis aan W&T-gediplomeerden (wetenschap en technologie) essentieel. VARIO vraagt om een hertekening van het STEM-beleid.
  • Vlaanderen moet naast het inzetten op lokaal talent, absoluut een tweede beleidsspoor bewandelen om meer STEM-profielen aan te trekken vanuit het buitenland. Maak daarom eindelijk werk van een integraal actieplan rond het aantrekken en verankeren van buitenlands talent met acties die elkaar versterken.
  • Waardeer praktijkervaring in het onderwijs, ook in het hoger onderwijs: VARIO vraagt daarom om alle vormen van werkplekleren in het praktijkgericht onderwijs, waaronder duaal leren, te stimuleren. Zet ook meer in op duaal leren in het hoger onderwijs en op de combinatie van leren en werken.

Vlaanderen is goed bezig! (of niet?)

Het is een legitieme vraag: we zijn innovatieleiders in Europa, maar er zijn ook knipperlichten. Valkuilen die we moeten vermijden om niet af te glijden. In deze interviewreeks rond het VARIO-memorandum 2024-2029, leggen we ons oor te luister in de praktijk. Wat zijn voor Vlaamse top-innovators de verbeterpunten? Waar ligt voor hen het potentieel voor Vlaanderen om aan de kop van het peloton te blijven?